ONZE OPRICHTER
In 1965 was Pieter Dekker hopman bij de Woudlopers in Zeist. Deze was (en is nog steeds) gehuisvest aan het Padvinderslaantje nummer 16, in gebouw ‘De Vlam’. De leden van de Stam hadden behoefte aan iets nieuws, iets anders, maar ze wisten niet wat. Pieter was duidelijk, we gaan wat doen, het maakt niet uit wat, als we maar iets doen. En hij stelde ze voor de keuze: Wordt het Luchtvaart, of gaan we het water op? De meesten kozen voor de Luchtvaart, en zo werd op 1 september 1965 Luchtvaartgroep Zeist opgericht.
Geschiedenis van activiteiten
En omdat het allemaal Stam-leden waren, was het eigenlijk een Luchtvaart Stam. Eén van de kenmerken van een Stam is dat ze een stamtafel hebben. Een dikke schijf van een boomstam, op drie poten, die als tafel fungeert. Die hebben we nog steeds. De Luchtvaartgroep had één lokaal in gebruik en dat werd meer en meer ingericht voor specifieke luchtvaartbijeenkomsten. Zo was er een projectorkast waar een 16mm filmprojector in stond om (luchtvaart) films te projecteren. Het projectiescherm zat achter een schoolbord wat gebruikt werd bij instructies over luchtvaartkennis. Als er films of dia’s geprojecteerd werden, moest het schoolbord naar beneden geklapt worden, en werd op de achterkant de tekst zichtbaar: “Fasten seatbelts – no smoking”. Tussen de projectiekast en het scherm was een driedelige, taps toe lopende tafel die tijdens de zomerperiode gedemonteerd en opgeborgen kon worden, maar hij kom ook als rechthoekige tafel opgesteld worden. Verder was er in het lokaal een modelbouwkast, zoals we die tegenwoordig nog steeds hebben. Het eerste model wat je ging bouwen was de Bartje, en als je die af had mocht je zelf kiezen wat je daarna ging bouwen. Tegenwoordig beginnen we met een veel kleiner model, maar dat komt omdat onze jongste leden veel jonger zijn dan toen.
Openingsritueel indertijd
In de hoek van het lokaal was een open haard, met daar voor een zithoek met de stamtafel. Ook was in die hoek een lectuurkast waar de laatste edities van de Avia, Vliegende Hollander en andere luchtvaarttijdschriften die voor iedereen ter inzage lagen. Daar boven was een lichtbak gemonteerd met twee sterke spots en een halve wereldbol met drie vlaggen: De Nederlandse driekleur, de vlag van de VN en onze eigen vlag. In plaats van vlaghijsen, hadden we een ander openingsritueel: de programmaleider (één van de leden) stelde op naast de lichtbak bij de schakelaar, en alle anderen vormden een halve cirkel om de zithoek heen. Als er de aandacht was, drukte de programmaleider op de tuimelschakelaar, het controlelampje ging branden, en door middel van een langzaam draaiende elektromotor werd een dimmer bediend, die de spots langzaam en gelijkmatig naar de maximum lichtsterkte draaide. Op het maximum aangekomen, werden de vlaggen goed belicht, ging het controlelampje uit, en zó werd de opkomst geopend.
De overgang naar het huidige groepshuis
De Woudlopersgroep groeide ook en zij wilden eigenlijk ook regelmatig van ‘ons’ lokaal gebruik maken. Maar door die specifieke inrichting konden ze daar niet zo veel mee, en werden we vriendelijk doch dringend verzocht om naar een andere ruimte uit te zien. Op dat moment kwam het groepshuis ‘de Adelbert’ in de verkoop. Maar om een groepshuis te kopen moest je een stichting zijn, met alles wat daar op en aan hoort. Dus werd door het toenmalige bestuur de “Stichting ter behartiging van de belangen van de Luchtvaartgroep” de Zeist opgericht. Dit Bestuur bestond uit de voorzitter Pieter Dekker, secretaris Bert Ruiterkamp, penningmeester Han Harts en algemeen lid Dirk Bloemendal. In 1980 werd ons huidige groepshuis aangekocht.
De staat van het groepshuis
De staat van het groepshuis was niet best. Het bestond uit buitenmuren die opgetrokken waren (en nog steeds zijn) van cement en stro, en de dragende constructie bestaat uit oude elektriciteitspalen. De bouwer was in 1904 timmerman bij de PUEM (Provinciale Utrechtse Elektriciteits Maatschappij) en kon daardoor makkelijk aan deze materialen komen.
Binnen bestond het gebouw uit twee lokalen, met in beide lokalen een open haard (de sporen zijn nog te zien), in de uitbouw was iets wat voor een keuken moest doorgaan en in de hoek waar nu de ‘C-kast’ is, was een urinoir. Er was elektriciteit bestaande uit één groepen. Het dak bestond uit ronde balken en palen, met daarom gaas gespannen, panlatten en daar lagen de dakpannen op. Je keek dus, als je binnen stond, tegen de onderkant van de dakpannen aan.